GESCHIEDENIS CONSTANTINOPEL / ISTANBUL

 

DE GESCHIEDENIS VAN CONSTANTINOPEL-ISTANBUL

Al voor de stichting van de stad Constantinopel door Constantijn de Grote was in die tijd de meest dringende aangelegenheid de strijd tussen de nieuwe godsdienst-het Christendom-met alle daaruit voortgekomen bewegingen, en de laatste resten van het heidendom. Zelfs Constantijn was niet helemaal ongevoelig voor bepaalde voortlevende heidense elementen. Hij werd pas gedoopt kort voor hij zijn laatste adem uitblies (337) ondanks dat hij-zoals al gezegd-waarschijnlijk eerder tot het hristendom was bekeerd en ieder geval met de nieuwe godsdienst sympathiseerde.

DE STICHTING VAN CONSTANTINOPLE

De grote breuk met het heidendom kwam tijdens de burgeroorlogen in het begin van de 4e eeuw, toen Constantijn het kruis in zijn wapen ging voeren in de beslissende slag tegen Maxentius bij de Pons Milvius (ten noorden van Rome) in 312, nadat hij in een visioen aan de hemel het kruisteken met daaronder de tekst: 'In dit teken zult gij overwinnen' had gezien. Tien jaar later nam hij het besluit Rome, de traditionele zetel van het Romeinse gezag en heidense erediensten, te verlaten en een nieuwe, christelijke hoofdstd in Azie te stichten.

Het eerste gebied dat Constantijn voor zijn nieuwe hoofdstad in overweging nam, was interessant genoeg de plaats van het vroegere Troje aan de Dardanellen, een plaats vol Homerische associaties. Men was al bijna klaar met het bouwen van de stadsmuren toen Constantijn van idee veranderde en zijn keus liet vallen op de provinciestad Byzantium.

Zodra de stad in 324 tot stand was gekomen, verhuisden de hovelingen en senatoren van het Rome aan de Tiber naar het Nieuwe Rome aan de Bosphorus. Geiwjd in 330 en verfraaid met gestolen schatten-waaronder zullen-uit de hele antieke wereld, werd Constantinopel weldra de zetel van het Christendom en daarmee ook het centrum van alle verbeten gevechten over de aarde van het 'ware geloof'.

Met de beweging van het arianisme werd afgerekend door een kerkelijk concilie dat Constantijn in 325 in Nicea (Iznik) hield. Het resulteerde in de Credo van Nicea, een geloofsbelijdenis die nog van kracht is bij de meeste Christenen. Constantijn schijnt het concilie echter voorbereid te hebben door in het zelfde jaar kleine concilies te houden. Er werd van officiele zijde aanzienlijke druk uitgeoefend om de lijn van de keizer te volgen. Bisschoppen die weigerden het slotcommunique te tekenen, werden als straf in de ban gedaan.

Het arianisme- dat door het concilie werd veroordeeld-verdween binnen enkele generatie; het monofysitisme is tot heden blijven voortbestaan bij Syrische en Armeense Christenen van Osst-Anatolie en Istanbul.

HET BYZANTIJNSE TIJDPERK

Terwijl het westen werd verwoest door de invallende Goten, Vandalen, Franken en alle mogelijke andere barbaren, kwam het oostelijke gedeelte van het Romeinse Rijk tot bloei. Het bleef grotendeels onberoerd door de chaos in het westen. In Anatolie waren de  5e en 6e eeuw zelfs perioden van grote welvaart en glorie, onder keizers als Teodosius I (378-395),  Theodosius II (408-450) en Justinianus I (527-565) Het Grieks begon, hoewel langzaam, het Latijn als taal van het hof en uiteindelijk van het bestuur te vervangen. Opvoeding en onderwijs werden expliciet christelijk. En de keizerlijke macht nam toe terwijl oude gemeenschapstradities zo goed als verdwenen, omdat plaatselijke gezagsdragers hun heidense cultuur afwierpen en carriere gingen maken als monniken of bisschoppen.

De mannen waar de keizers rekening mee hadden te houden, waren niet langer filosofen of senatoren. De sociale en politieke invloed was verschoven naar de geestelijken die hun macht demonstreerden door buitengewone daden.

De kerk was nu behalve de belangrijkste instelling van elke stad ook de voornaamste opdrachtgever tot de bouw van de nieuwe kerken. Toen Justinianus I in het midden van de 6e eeuw de kathedraal van Constantinopel, de Haghia Sofia, liet herbouwen, werd een van de architectonische meesterwerken van alle tijden geschapen.

KEIZER JUSTINIANUS

Keizer Justinianus I (482-565) is de geschiedenis niet alleen ingegaan als de bouwer van de Haghia Sofia maar ook als degene die verantwoordelijk was voor de codificatie van het Romeinse recht. Het bouwen van kerken en paleizen en het opstellen van een wetboek waren echter slechts onderdelen van een enorm keizerlijk regeringsprogramma dat onder meer tot doel had de westelijke Romeinse gebieden terug te winnen die 60 jaar tevoren door Germaanse stammen waren veroverd.

Het werk van Justinianus hield niet lang stand. Nog tijdens zijn leven werd het rijk getroffen door een epidemie die de bevolking decimeerde. En Italie, dat hij uit de handen van de Goten had bevrijd, werd weldra onder de voet gelopen door de Longobarden.

Gedurende enige tijd was het een complete chaos in het Romeinse Rijk. De invallen uit het noorden werden geevenaard door invallen uit het oosten.

Een gevestigd bestaan was tijdens de eerstvolgende 100 jaar vrijwel onmogelijk. De meeste steden werden verwoest, hoewel Constantinopel en Thessaloniki overeind bleven. Er was een economische en culturele ineenstorting zoals er niet was voorgekomen sinds invasies die rond 1170 v.Chr. het Hettietenrijk verwoest hadden.

HET EINDE VAN BYZANTIUM

De stad Constantinopel vocht eewenlang voor haar bestaan tot dat de Osmanen de stad veroverden in 1453. De stad die in het jaar 324 gesticht was als de hoofdstad van het nieuwe Romeinse Rijk, verdween voorgoed op 29 Mei 1453, terwijl de laatste Keizer Constantijn XI Palaeologus met zijn mannen meevocht op de wallen. Na enkele dagen kreeg Constantinopel een nieuwe naam: Istanbul ofwel de 'stad van de Islam'.

DE VEROVERING VAN BYZANTIUM

In 1453 had Constantinopel amper 40.000 inwoners, een zwakke afspiegeling van de bevolking van het Nieuwe Rome dat door Constantijn gesticht was. Dat de stad ooit in handen van de Turken zou vallen stond allang vast. De enige vraag was  nog aan welke sultan de eer zou toevallen om Osman's droom tot werkelijkheid te maken. Het antwoord kwam binnen enkele maanden na de dood van Moerad II en de troonbestijging van diens eiginzinnige  zoon Mehmed II, in 1453.

Op 29 Mei gaf Mehmed het bevel tot de beslissende stormloop en beloofde zijn mannen tevoren drie dagen rust om hun lage moreel wat op te vijzelen. Terwijl de kanonnen en belegeringswerktuigen van Mehmed inbeukten op de stadsmuren, trokken ossen een groot aantal schepen van de Bosporusoever bij Dolmabahçe tot aan de Gouden Hoorn, waar de Turkse vloot toen een nieuwe front kon openen tegen de veel lagere muren aan die zijde. De uitgeputte verdedigers boden nogsteeds hardnekkig weerstand.

De laatste Keizer Constantijn bevond zich alleen te midden van de ruines en werd het laatst gezien, terwijl hij zijn purperen mantel afgooide en zich als een gewoon soldaat in een lijfgevecht met de aanstormende Janitsaren stortte. Constantinopel en daarmee het Byzantijnse Rijk, bestonden niet meer.